Kop Afb koppeling naar startpagina

Personeel

Met 2 directieleden, 5 ondersteuners en 25 reguliere docenten plus nog enkelen die weliswaar boventallig verklaard waren maar toch (in enige mate) hand- en spandiensten verleenden, ging de Ipabo aarzelend en tastend van start.

Nog geruime tijd waren er strubbelingen met verschillende boventalligen. Deze bleven zich verzetten tegen de beslissing hen niet in de streefformatie te plaatsen. Daaronder Harry Schram.

Directie

Het gerommel in de directie ging nog een tijd door.

Harry Schram verzette zich tegen zijn boventallig verklaring. Hij voerde een briefwisseling en diverse gesprekken met het Bestuur, maar had daarbij weinig succes. Toen in het najaar van 1989 de ogeheten 50+ regeling van kracht werd, maakte hij daarvan gebruik.

John Verhallen protesteerde ook tegen zijn boventallig verklaring. Hij bleef gewoon doorwerken en verzorgde de afbouw KPA. Maar hij wenste in de streefformatie te worden opgenomen en voerde daarvoor verschillende argumenten aan ("Ik ben de enige echte adjunct én ik heb een directeurstitel!"). Een sterke troef had hij in zijn coördinatorschap van een Cursussysteem voor Buitenlanders, dat hij via het Ministerie had verworven. Die positie stond los van de Ipabo en John zou dus met 'zijn' groep zijn heil elders kunnen gaan zoeken. Daar dreigde hij ook mee.

  • John over zijn positie
  • X-sluit

John schreef in september 1987 een brief aan het Bestuur, en had daar vervolgens een gesprek mee. Het aanbod van het Bestuur vond hij eigenlijk schandalig.

Maar vervolgens bood toenmalig directeur Hans van der Zwaan aan om het bestuursaanbod met John te ruilen. Dat versterkte de positie van John aanzienlijk.

In dit fragment wordt tevens duidelijk dat Hans van der Zwaan zijn positie als directeur wildel opgeven. Hij was niet de juiste man op de juiste plaats.

Interview 2009; 2:10

John Verhallen over zijn geschil met het Bestuur en de ruil met Hans van der Zwaan.

Hans van der Zwaan begon als directeur, maar al snel werd ook hem duidelijk wat velen al wisten, namelijk dat hij het werk niet aankon. Hij 'ruilde' met John Verhallen het bestuursaanbod (zie de video hierboven). Hans gaf aan het einde van 1987 aan dat hij vrijwillig boventallig zou worden op 1 januari 1990. Maar tot veler verbazing ging hij al in maart 1988 weg.

Martien de Jong begon als adjunct-directeur, maar accepteerde al snel een andere baan en verliet de Ipabo.

Het Bestuur nam John Verhallen eind september op in de streefformatie. Hij werd in formeel op 1 februari 1988 voorzitter van de Centrale Directie. De positie van M. de Jong werd niet ingevuld. John bleef als directielid 'alleen'.

Vanaf 1988 bestond de staf uit John Verhallen, Fokko Schroten en Wim Voor in 't Holt. Deze laatste verzorgde onder meer de afbouw van de DCA. In 1989 ging ook hij weg.

Personeel - Veranderingen

Van het onderwijzend personeel dat tot de streefformatie hoort, gingen diverse leden alsnog weg. Egbert Nijeboer (rekenen-wiskunde, informatica) vertrok in november 1987 naar Courseware Midden Nederland. Chris de Mey (rekenen-wiskunde) ging naar de ALO.
Voor hen werden boventalligen teruggeroepen, en -strikt genomen tegen de afspraken in het SBK in- werd er zelfs buiten de instelling personeel gezocht, zoals Jan Bouman, voor rekenen-wiskunde aangetrokken van 'De Viaan', de vroeger RK Pabo te Bergen (opgegaan in de Hogeschool van Alkmaar).
Voortdurend waren veranderingen en het geheel werd er niet echt rustiger op.

  • Rekensectie
  • Natuuronderwijs
  • X-sluit

Rekensectie

Van links > rechts: Coen Schinkel (DCA), Egbert Nijeboer (VRA),
Chris de Mey (KPA). De baarddichtheid is 100%!

De bemanning van de sectie Rekenen-wiskunde in 1987.

Egbert ging in november 1987 weg naar Courseware Midden Nederland, en Chris de Mey ging kort daarna weg naar de ALO.

Egbert kwam na ongeveer twee jaar terug om de Informatica (ICT) ter hand te nemen. Chris werd later lid van het Bestuur. Coen bleef op z'n post.

In de opengevallen plaats werd in 1988 een buitenstaander aangetrokken (Jan Bouman, van 'De Viaan' in Bergen). Dat was in zekere zin tégen de opzet van het SBK in. Daarin was bepaald dat er zoveel mogelijk 'eigen' mensen ingezet moesten worden.

Binnen de sectie 'Natuuronderwijs' veranderde de bemensing eveneens.

Chris Linnenbank (KPA) Rein Cremer (VRA) Janny Groot (VRA)

Chris Linnenbank had vanuit de KPA een kleine aanstelling (0,28 FTE). Rein Cremer had vanuit de VRA een grotere aanstelling, en hij zou het meeste werk moeten doen. Hij kon echter niet wennen in de nieuwe omgeving, waarin méér van hem werd verwacht (zoals ook 'natuurkunde' verzorgen). Janny Groot, oorspronkelijk afkomstig van de CPA en een zeer goed docente, zou in 1987 weggaan. Maar toen Rein zich ziek meldde, nam Janny op verzoek van de directie zijn taken deels over. Dat gebeurde in de herfst van 1987, en herhaalde zich in het najaarvan 1988. Toen Rein zich óók in september 1989 ziek meldde, wilde Janny zijn taken niet meer overnemen. De directeur, John Verhallen, riep toen Kees van Wissen terug. Rein werd later afgekeurd. Chris Linnenbank ging begin 1990 weg.

Op de tabbladen iets meer over de bemensing van enkele secties.

 

Personeel - Positie van docenten

Nadat de HBO-wet was aangenomen in 1986 veranderde de positie van docenten, en dus van de Pabo-docenten. Hieronder enkele van de verschillen.

  • Volledige betrekking
  • Hos-nota
  • De HBO-docent
  • X-sluit

Vóór de invoering van de HBO-wet konden eerste graads docenten een volledige betrekking krijgen ('vb'). Deze hield in: het verzorgen van wekelijks 26 lesuren van elk 50 minuten, ofwel ongeveer 21,5 klokuur. Jongere docenten moesten 29 lesuren geven, maar oudere docenten kregen 3 uren 'cadeau' (die stonden bekend als 'schoorsteenuren'). Toch werd de docent geacht 40 uren per week te werken, de andere dan lesuren dienden te worden besteed aan correctiewerk, (eigen) bijscholing, voorbereiding, gesprekken en dergelijke. Veel controle was daar niet op. Docenten waren vaak alleen op school om les te geven, te vergaderen of om een afspraak na te komen. Zij hadden ook nauwelijks een eigen werkplek.

De eerste graads docent had een lange salaris-carrière. Hij werd ingeschaald in 9 of 10, en bereikte eerst na zo'n 25 jaar de topschaal: 12.10 (nu 'LD').

De functie van docent werd voortdurend vergeleken met overeenkomstige functies in het bedrijfsleven. Aan het einde van een salarisjaar werd bekeken of de beloning in het bedrijfsleven verder ontwikkeld (lees: verhoogd) was dan in het hoger onderwijs. Was dat zo, dan kregen de docenten het verschil uitbetaald. Deze zogenaamde 'trend' was een veelal populaire meevaller! In de jaren zeventig is deze trend verdwenen.

Het woord werd nog niet gebezigd, maar de meeste docenten waren 'professionals'!

In 1986 werd de HOS-nota aangenomen, waarbij jonge docenten beduidend minder gingen verdienen, tot gewoonlijk maximaal schaal 10, met een mogelijke uitloop naar 11. Er werd zo een begin gemaakt met de verandering van het 'loongebouw'. De jongeren beschouwden dit als een aanslag op hun positie, bewerkstelligd door een kongsi van de vakbonden en de werkgevers annex ministerie.

In feite betekende nu dat een lager salaris ook -ongewild- een lagere status impliceerde.

Omdat de Pabo onder 'HBO' viel, ging gelden:

  • een andere taakstelling: alle docenten hebben -bij volledige aanstelling- een 38-urige werkweek waarin taakcomponenten worden onderscheiden, waaronder maximaal 15 klokuren lestaken. Gaandeweg werd de controle daarop groter. Docenten werden geacht meer en meer op hun 'werkplek' aanwezig te zijn. Op de Ipabo hadden de meeste docenten geen eigen plek, en dat was een van de aanleidingen tot vergroting van het gebouw in de jaren '90.
  • secties: daarin werden vakken samengenomen. Dit had tot gevolg dat sommige deocenten (noodzakelijkerwijs) meer vakken moesten verzorgen. Aan de Ipabo moest geschiedenisdocent Roel Kingma óók aardrijkskunde verzorgen, en biologiedocent Rein Cremer óók natuurkunde en dan ook nog het -nieuwe- vak gezondsheidsleer.
Enkele veranderingen: vóór en onder de HBO-wet.

 

Personeel - Sfeer

Collega's van verscheiden pluimage moesten leren samen te werken. Zij brachten hun eigen achtergrond mee, hun eigen cultuur, geloof, opvattingen, gewoonten. Vooral in het eerste jaar waren zaken onduidelijk, er was hommeles in de directie, er was weinig leiding. Ook was het samengaan van protestanten en katholieken lang niet altijd eenvoudig. Bovendien waren er vooral binnen de protestante poot ook verschillen!

  • Wieke Bosch
  • Roel Kingma
  • X-sluit

Hoe was de sfeer op de jonge Ipabo? Wieke Bosch vertelt hierover. ZIj vertelt iets over de gewoonten, en over de soms markante verschillen tussen VRA en KPA. Opvallend is haar opmerking dat zij met haar toen 40 jaar tot de jongsten behoorde. En hoe zat met de identiteit?

Wieke was docente didactiek/methodiek aan de COK, en later aan de VRA waar zij ook pedagogiek doceerde. Zij organiseerde toen al mede de stage, en werd later daar de spil van.
Interview 2008; 1:40 Rechts: Kees van Iersel, 1987, in colbert!

Roel Kingma was docent geschiedenis en Cuma geweest aan de HPA en de VRA. Hij was ook zeer politiek betrokken bij de maatschappij.
Hij had bezwaar tegen de omgeving van de Ipabo, en vooral had hij moeite met de manier waarop -volgens hem- katholieken erg informeel konden zijn, en makkelijk met de regels 'omgingen'.
Roel had moeite met John Verhallen, die hij 'pauselijk gedrag' verweet. Daarover gaat dit fragment. Protestanten hadden trouwens vaker het idee dat katholieke organisaties 'clericaal' werden bestuurd.

Interview 2008; 1:41

Twee docenten over de samenwerking en de sfeer op de vroege Ipabo.

Van een echte 'identiteit' was in het begin nauwelijks sprake. Het speelde bovendien niet zo, want de zorg om het voortbestaan van de school overheerste alles: 'We moesten overleven!' (Wieke).