Kop Afb koppeling naar startpagina

Media en Informatica

In de jaren zeventig beschikte de Ipabo over bandrecorders; en over film-, dia- en epidiascoopprojectoren. Die werden beheerd door de amanuensis en moesten door de docenten gereserveerd worden. Die waren ook niet altijd handig in het gebruik ervan! Soms 'deden' de spullen het niet - en docenten bleken nogal eens hulpeloos.

Gaandeweg kwam er ook in de basisscholen meer apparatuur binnen. Studenten moesten ook daar mee leren omgaan. Zo had de P.A. 'Magister Vocat' al in de jaren zeventig en tachtig de commissie POCO, waarvan Paul Diderich de coördinator was. Doel was het verbreiden van kennis en gebruik van apparatuur, en hoe deze in het onderwijs te gebruiken.
Er was zelfs een klaslokaal voor gereserveerd. Hier konden studenten (leren) werken met apparatuur zoals band- en cassetterecorders, platenspelers, dia- en overheadprojectoren. Aan het eind van jaren zeventig werd een gesloten videosystem (Betamax van Sony) geïnstalleerd met een aparte opnamestudio en in vier lokalen grote monitoren. Er kwamen videocamera's, die ook door studenten konden worden geleend. Daar werd overigens maar spaarzaam gebruikt van gemaakt. Later kwamen ook de overheadprojectoren.

Bandrecorder

Bandrecorder

Diaprojector oud

Oude diaprojector

Epidiascoop

Epidiascoop

Filmprojector8mm

8mm Filmprojector

Videorecorder

Videorecorder Betamax

Opvallend was dat al deze middelen in het onderwijs weinig gebruikt werden. Dit geeft eens te meer aan dat een succesvolle implementatie van apparatuur en materialen alleen maar lukt als het samengaat met een doeltreffende didactiek.

Leerlingen van kweekscholen konden vroeger een 'certificaat' behalen voor het bedienen van het (complexe) 8- of 16mm filmtoestel. In het Pabo-curriculum werd vanaf de jaren tachtig het 'vak' AVV opgenomen: Audio Visuele Vorming. Maar veel verder dan een technische gebruikersinstructie kwam het zelden. Sommige vakken gebruikten de apparatuur wel meer actief. Vooral de overheadprojector werd populair, passend bij klassikale onderwijsmomenten.

Computer

Informatica gaat niet alleen over computers. Het is veel breder en betreft onder meer de kennis en de beheersing van complexe informatie (gegevens, 'data'), communicatiestromen. Informatica bouwt daar samenhangende gehelen ('systemen') van. Meer ingang vond de term ICT: Informatie- en Communicatie-Technologie.
Computers worden geschakeld in netwerken. Aanvankelijk voor militaire doeleinden, later ook voor burgerlijke. Universiteiten beginnen met aparte afdelingen voor informatica. De Universiteit van Amsterdam zet het CWI op, het Centrum voor Wiskunde en Informatica.

  • Het eerste mailtje
  • Pionier aan het woord
  • X - sluit
De eerste mail Deze mail werd verstuurd door de Amerikaanse internetpionier
Dr Stephen Wolff. Het kwam terecht bij Piet Beertema, systeembeheerder bij het CWI (UvA).
Enkele jaren al gebruikten Amerikaanse wetyenschappers het National Science Foundation Network voor onderlinge communicatie. Dat was een soort voorloper van het Internet.
Daar kregen Amsterdamse wetenschappers nu direct toegang toe.
Beertema sloot zo In 1988 Nederland als tweede land ter wereld aan op een voorloper van het huidige internet.

In dit filmpje uit 2008 (rechtstreeks afkomstig van YouTube) vertelt CWI-directeur Lenstra over de allereerste mail die binnenkwam.

Piet Beertema, toentertijd systeembeheerder, komt daarbij zelf aan het woord.

Een klein stukje van een turbulente geschiedenis!

En juist hier komt in 1988 de allereerste 'mail' vanuit de Verenigde Staten naar het 'buitengebied' gestuurd!

De Ipabo begon in de eerste jaren al voorzichtig aan een project met computers.

Uit de stafvergadering van 15 december 1988:

"Het beleidsstuk 'Informatica' van Pieter den Hartog moet nog bijgesteld worden. Allereerst is het noodzakelijk dat alle streefformatieklanten 'Komputerfähig' gemaakt zijn."

Uit de stafvergadering van 20 maart 1989:

"Informatica. Coen (Schinkel) doet weer mee. Jan Bouman helpt Pieter. Bert (Cornelis) kreeg er nogal van langs. John zal proberen Paul Diderich van 0,5 FTE aan te trekken. Morgen praat John eerst nog met Pieter. Inrichting computerlokaal Alkmaar ook aan de orde."


Daisywheel: op elk uiteinde van de 'bloem' zit een letter die met een speciale 'daisywheel-printer' kan worden afgedrukt. Nu een museumstuk!

Pieter den Hartog → was docent Bewegingsonderwijs aan 'De Voorzienigheid' en de KPA. Niet opgenomen in de streefformatie, schoolde hij zich om naar de Informatica. Als zodanig werd hij teruggeroepen voor het project Implementatie ICT aan de Ipabo (aanvankelijk voor de duur van vier jaar). Hij ging echter al vrij snel weg om aan de ALO te gaan werken. Hij werd vervangen door Egbert Nijeboer, die zijn baan bij Courseware Midden Nederland daarvoor opgaf.

Pieter den Hartog wordt aanvankelijk op het project gezet ('We zullen die boel hier eens professioneel opzetten!'), later verlaat hij de Ipabo. Paul Diderich komt in het late voorjaar van 1989 terug. Hij en de in het najaar van 1989 teruggekomen Egbert Nijeboer gaan het computerlokaal 'runnen': een netwerk van 12 PC-computers, een server met een 'daisy-wheel'-printer. De tekstverwerker WordPerfect 4.2 is de belangrijkste applicatie.

Gaandeweg werden ook lessen gegeven in het gebruik van computers, met een nadruk op het omgaan met MS-DOS en WordPerfect.