Uitspraken en Herinneringen
Oud-leerlingen
André de Jong begon als elfde leerling met de eerste kweekschoolklas in 1950. Zijn vader had een veehouderij in Abcoude, maar het boerenleven lokte hem niet zo. Toen hij na de militaire diensttijd zijn MULO-diploma had gehaald, zei een kennis tegen hem: "Jij moet het onderwijs in gaan!". Dat leek hem wel wat. Hij kwam echter een uit katholiek gezin, en de bisschoppelijke jongenskweekschool in Beverwijk was volgeboekt. Een PC-kweekschool was volstrekt ondenkbaar in deze tijd van verzuiling. Toen werd in augustus 1950 in de kerken meegedeeld dat er een Jongensafdeling van start zou gaan, als dependance van de meisjeskweekschool 'De Voorzienigheid'.
- over de Zusters
- over de stage
- X - sluiten
| In het begin van het schooljaar werden de lessen gegeven door de Zusters, met speciale toestemming van de bisschop. Heel speciaal, want op een RK school in die tijd werden jongens en meisjes strikt gescheiden! Het was wennen voor zowel de Zusters als voor de jongens. Interview 2008; 0:40 (audio) |
André de Jong in 1951. |
Met zijn MULO-diploma begon André aan de vierjarige opleiding. De stage begon pas in het derde jaar. Stagelopen betekende echter niet zo veel. 'Op zaterdagochtend werd je naar een school gestuurd, een school waar de Broeders van Maastricht lesgaven'. André vertelt in het eerste deel van het fragment hoe hij op zo'n school ontvangen werd door de broeder-onderwijzer. In het tweede deel vertelt hij iets over de beoordeling. Interview 2008; 1:43 (audio) |
Theo Diderich begon na de MULO in 1951 met de kweekschoolopleiding. Het was het tweede jaar van de Jongensafdeling. De meeste lessen werden nu door lekenleraren gegeven, op een enkele Zuster na. Vanaf 1952 ging de school snel groeien en in de behoefte aan mankracht konden de Broeders van Maastricht voorzien. Br Pius Smeelen werd coördinerend 'directeur', maar nog wel onder verantwoordelijkheid van de directrice van 'De Voorzienigheid'. Deze post werd in de volgende jaren vervuld door Zr Alfons Kannegieter.
- sfeer
- lessen
- stage
- eerste werkdag
- diploma's
- X - sluiten
Interview 2008; 1:08 (audio) |
In 1951-1952 waren de kweekschoolklassen ondergebracht in de St Aloysiusschool in de Nieuwe Leliestraat. Er stonden drie lokalen ter beschikking, waarvan é?n dienst deed als 'soos'. Theo vertelt hoe 'gezellig' het was. Ook de Broeders versmaadden een borreltje en een sigaartje op z'n tijd niet. |
Interview 2008; 0:43 |
Vóórdat de Broeders kwamen moesten de (leken)leraren noodgedwongen vaak ook vakken doceren dan hun eigen vak, soms ook een vak dat ze niet beheersten! Zo moest muziekdocent Schwirtz ook aardrijkskunde geven. In dit fragment vertelt Theo hoe dat ging, bovendien horen we hoe (in het algemeen) de lessen gegeven werden. |
audio; 0'46" |
Stagelopen begon pas in het derde jaar. De leerlingen werden naar een lagere school gestuur, een school waar de Broeders van Maastricht ook lesgaven, zoals de Augustinusschool. Wat stelde die stage voor? Theo vertelt daar over. |
Interview 2008; 1:24 (audio) |
Bereidde de kweekschool je voor op het vak van onderwijzer? Waar ging de opleiding eigenlijk over? Hoe ging dat als je dan uiteindelijk aan het werk ging? Waar leerde je het vak eigenlijk? Theo had zijn eerste baan op Texel. In dit fragment geeft Theo antwoord op de vragen. Hij vertelt tevens hoe klein een school was; en hoe groot de klassen. We horen hoe de opvang verliep en de introductie in de klas. |
Als leerling van de R.K. kweekschool behaalde Theo na 4 jaar een diploma Akte van Bekwaamheid als Onderwijzer, ook wel de 'Lagere Akte' genoemd.. Daarmee kon hij in het onderwijzer aan de slag.
De hoofdakte behaalde hij - als gebruikelijk was - later in deeltijd. Meestal nam dat twee jaar in beslag. De Akte van Bekwaamheid als Hoofdonderwijzer ('Hoofdakte') bestond uit twee delen: A en B.
André en Theo zijn uitstekende onderwijzers en later docenten voortgezet onderwijs geworden.
Oud-docenten
Jo van Muyen (pedagogiek) had vele gevleugelde uitspraken. Hij schreef nagenoeg elke week een nieuwe spreuk op het bord. Zijn weerzin tegen allerlei regels klonk door in de herhaalde zin: "Geef elkaar de ruimte!". En tijdens vergaderingen: "Mijnheer de voorzitter, wat ik u bidden mag, minder regels, minder regels!". Van Muyen vond dat mensen het best tot hun recht kwamen bij een grote mate van vrijheid.
'Jim' Langemeijer (handenarbeid) had weinig op met veranderingen. Hij placht, armen wijd gespreid, te zeggen: "Worden we hier nu gelukkig van?"