1970-1979

 

 

 

Jos van Kemenade
Dr Jos van Kemenade, minister van Onderwijs in het kabinet Den Uyl (1973-1977), bracht in 1975 de 'Contourennota' uit waarin grote veranderingen in het onderwijs werden voorgesteld: de basisschool voor 4-12 jarigen, de middenschool voor 12-16 jarigen, het volwassenonderwijs, de Open Universiteit.

Arie Pais Dr Arie Pais, onderwijsminister in het kabinet Van Agt I (CDA en VVD, 1977-1981) schrapte de Middenschool (later opgevolgd door de Basisvorming), maar handhaafde de basisschool en de paboplannen. Hij voorzag de PA's van extra uren toen deze geconfronteerd werden met sterk teruglopende studentenaantallen ('Pais-uren').

 

L van Gelder

L. van Gelder (1913-1981) was de grondlegger van het veel gebruikte model 'Didactische Analyse' (1971).

 

Leerdoelen Formuleren 1973

Leerdoelen Samenvatting

Dit boekje uit 1973 bood een systematische inleiding tot de kunst van het formuleren van leerdoelen in gedragstermen. Het is kenmerkend voor deze tijd waarin de systematische bestudering van het fenomeen onderwijs begon. Ga met de muis over de afbeelding.

 

 

 

 

Onderwijs

Onderwijskunde, Didactisering, Achterstandsbeleid

Onderwijs wordt onderwerp van maatschappelijk en wetenschappelijk debat, en zo ook de onderwijzersopleiding.De democratie komt het onderwijs binnen. Anti-autoritaire opvoeding komt in zwang. Ouders komen in de school, als leesmoeders, als leden van de oudercommissie, zij worden mondiger. Kringgesprekken worden gemeengoed; de individuele expressie van het individuele kind wordt belangrijk.

De Havo

Aan de pedagogische academies zijn nu twee afdelingen: de Havo-top en de beroepsopleiding of P.A.. Ze drijven steeds verder uiteen en de Havo-afdeling komt feitelijk op zichzelf te staan. De doorstroming van leerlingen van Havo-top naar P.A. wordt steeds kleiner, de aantallen nemen af. Hierdoor wordt de Havo-top tot een oneigenlijke last.

Het Havo-diploma biedt toegang tot de P.A. Maar vele nieuwe studenten hebben in hun vakkenpakket geen exacte vakken. Het onderwijs in deze vakken wordt een steeds klemmender probleem, met name in rekenen/wiskunde. P.A.'s trachten dat op te vangen, bijvoorbeeld door het geven van onder andere compensatiecursussen.

Tot 1971 werden de examens-Havo mondeling afgenomen, vanaf dit jaar echter had in plaats daarvan een schoolonderzoek plaats. Het bleek moeilijk te zijn voldoende examinatoren (gecommitteerden) te vinden, maar waarschijnlijk vond de overheid mondelinge examens erg duur. Centraal schriftelijke eindexamens kwamen eerst jaren later aan de orde.

Onderwijsachterstandsbeleid

In de jaren 70 komt het idee op van 'gelijke kansen voor iedereen'. Kinderen uit lagere sociale en/of allochtone milieus bleken achterstanden te hebben, en lager te scoren voor rekenen en taal. Scholen moeten ten aanzien van deze achterstanden compenserend te zijn.

Actief op dit gebied was in het begin van de jaren zeventig de psycholoog en onderwijsvernieuwer Co van Calcar. Hij was een bewogen voorvechter van onderwijsvernieuwing die gericht was op het verminderen van ongelijkheid van kansen. In 1971 en 1972 startte hij met anderen het grootschalige Innovatie Project Amsterdam (IPA), waarvan taalactiveringsprogramma's deel van uitmaakten. Hij heeft samen met enkele taaldocenten ook gewerkt met studenten van Magister Vocat en De Voorzienigheid. Dit werk droeg bij aan de ontwikkeling van het onderwijsvoorrangsbeleid.

Dit werk paste ook in de filosofie van het kabinet Den Uyl (1973-1977) dat 'spreiding van kennis, macht en inkomen' en 'gelijke kansen voor iedereen' hoog in het vaandel droeg.

In dit decennium nam het aantal allochtone kinderen dat de lagere scholen binnenkwam, sterk toe. Het 'achterstandsonderwijs' richtte zich ook op hen. Omdat men in deze tijd er nog van uitging dat veel 'gastarbeiders' mettertijd terug zouden keren naar het land van herkomst, kwam het Onderwijs in Eigen Taal en Cultuur tot ontwikkeling (OETC, later OALT: Onderwijs in Allochtone Levende Talen). Deze aandachtsgebieden werden ook vertaald in cursussen in de initi?le P.A.-opleiding en in de nascholing.

Onderwijskunde

Pedagogen gaan zich in deze jaren onderwijskundigen noemen. Het onderwijsproces wordt onderwerp van wetenschappelijk onderzoek, ge?nspireerd door ontwikkelingen in Amerika en Engeland. Onderwijskunde wordt een aparte academische discipline. Onderzoekers gaan onderwijsprocessen modelmatig benaderen. Het model 'Didactische Analyse' (L. van Gelder e.a., 1973) is bekend geworden; en het boek 'Beknopte Didaxologie' (E. de Corte e.a., 1972) werd een handboek.

  • Didactische Analyse
  • Herman T over Pedagogiek
  • Herman T over DA_2
  • Nora van Dee
  • X - sluiten

Model DAHet model Didactische Analyse (L. van Gelder en anderen, 1973) is zeer bekend geworden. Het werd uitvoerig op de pedagogische academies besproken en op breed ingevoerd. Op Magister Vocat werd over de invoer gestemd, met veel blanco stemmen van collega's die tegen het model waren of het niet begrepen. Overigens herkenden ook niet alle pedagogen zich in dit model.
Want het modelmatig benaderen van onderwijsleerprocessen betekende het afscheid van de meer filosofisch getinte pedagogiek. Gerichte observaties en experimenten werden gepresenteerd in cijferreeksen annex statische analyses om tot meer objectieve uitspraken te kunnen komen. Als resultaat werden aanbevelingen gedaan om het onderwijs meer 'wetenschappelijk', 'meetbaar', 'effectiever' en 'effici?nter' in te richten. Het model is door anderen op vele manieren veranderd en uitgebouwd.

Herman Tervoort was docent pedagogiek aan Magister Vocat, de KPA en de Ipabo (1971-2002). Hij heeft de overgang meegemaakt van de meer wijsgerig gerichte pedagogiek naar de onderwijskunde. In dit fragment vertelt hij daar iets over.
Onderwijskunde werd in deze jaren een wetenschappelijke discipline. Er werd en wordt veel gepubliceerd.

Interview 2007; 0:54

In dit fragment gaat Herman Tervoort in op het gebruik van het model DA door studenten en noemt ook het intuïtieve handelen van leerkrachten.

Interview 2007; 1:36

Het modelmatig benaderen van onderwijsprocessen op alle niveaus (van micro tot macro) staat op gespannen voet met het meer intuïtieve handelen en denken van onderwijzers uit het verleden, zoals Jan Ligthart, Theo Thijssen en vele anderen. Er bestaat altijd het gevaar dat de complexe realiteit vervangen wordt door de wereld van een (tijdelijk) aangehangen model dat imperatief wordt.

Zou Theo Thijssen zo'n goed schoolmeester zijn geworden en zo veel betekend hebben als hij had moeten handelen conform modellen?
(Dit beeld staat aan het begin van de Lindengracht, Jordaan).

 

TheoThijssen

Interview 2008; 0:35

Nora van Dee was leerlinge van Magister Vocat van 1971-1974, toen de veranderingen nog nauwelijks op gang gekomen waren. Zij heeft jarenlang les gegeven op de Mgr. Huijbersschool in West en heeft vervolgens enkele jaren als studiebegeleider aan de Ipabo gewerkt.
In dit fragment vertelt Nora iets over de gang van zaken bij de pedagogiekles. In de beginjaren zeventig werd bij de meeste vakken nog klassikaal en frontaal lesgegeven. De pedagogiek had nog de wijsgerige inslag waarmee leerlingen in de (stage-) praktijk weinig konden beginnen. Toch was de betreffende docent zelf een uitstekend onderwijzer geweest in de binnenstad van Amsterdam en kon hij daar goed over vertellen. Hij benadrukte hoe belangrijk een leerkracht kan zijn voor de kinderen: 'Je moet er voor de kinderen zíjn!'.

Druk op de tabbladen voor meer informatie over Didactische Analyse.

Herman Tervoort 1976

 

Didactisering van de vakken

In dit decennium verschuift binnen de vakgebieden het accent van inhoud naar didactiek. Het hoe en waarom van het vak wordt belangrijker dan de inhoud. Daarmee ontstaat echter een hardnekkig probleem: studenten leren wel h?e een vak gegeven kan worden, zij kunnen goed aangeven wat de doelen ervan zijn en welke methodieken ze kunnen gebruiken, maar zij weten van de inhoud, van het w?t, te weinig af. Deze verschuiving is een 'sluipend' proces dat jaren zal duren.

SLO logo De Stichting Leerplan Ontwikkeling komt tot stand, die voor de onderscheiden vakken inhouden, voorbeelden en modellen ontwikkelt en conferenties organiseert. Vakdocenten van verschillende PA's ontmoeten elkaar hier en wisselen ervaringen uit. De SLO presenteert vernieuwingen, vaak ge?nspireerd vanuit het buitenland.

Biologie en natuurkunde bijvoorbeeld gaan meer nadruk leggen op het gestructureerd onderzoekend leren, gebaseerd op het 'science-onderwijs' uit Engeland en Amerika met projecten als Nuffield en Science 5/13).

De zaakvakken zoeken uitgangspunten in de directe omgeving en ervaring van de kinderen en de studenten). Zo komt er bij geschiedenis aandacht voor de 'eigen geschiedenis', en vooral 'oral history'.

Freudenthalinstituut Het rekenonderwijs krijgt een wiskundige dimensie en wordt sterk be?nvloed door het werk van het Freudenthalinstituut. Het koopmansrekenen verdwijnt. De nadruk ligt onder andere op de contexten waarin reken- en wiskundeproblemen worden geplaatst en om de eigen oplossingsmethoden van leerlingen.

Onderwijsbeleid

De onderwijsorganisatie als zodanig gaat op de schop, en vormt het begin van een lange reeks veranderingen.