Leerling zijn in de oorlog
Leerlingen zagen deportatie van joden via de ramen van het klaslokaal
In juli 1942 gingen de Duitsers de - tegenover het HKS-gebouw gelegen -
Hollandsche Schouwburg gebruiken als
doorgangshuis voor joden voor deportatiie naar kamp Westerbork.
In 1942 en 1943 zijn circa 70.000 joden op transport gesteld via dat gebouw en in het zicht van
diegenen die zich in de HKS bevonden.
In de mediatab 'via het raam'-hieronder- vertelt oud-leerling Adriaan Soeting,
wat hij en zijn klasgenoten zagen.
Van Hulst, directeur toentertijd vertelt over de reacties van de leerlingen en over de broers
Fleer die in het verzet gingen
. ..
Leerlingen in het verzet.
Van Hulst over leerlingen die ellende van de joden zagen en er meteen 'tegen in wilden gaan'
Gesprek van de directeur Van Hulst met de leerlingen- de broers Fleer- die in het verzet wilden en die dat ook inderdaad deden.
Jan en Maurits Fleer sneuvelden bij een verzetsactie.
Mediatabs: Wat zagen de leerlingen van de deportaties? Leerlingen in het verzet
Joodse kinderen weggesmokkeld via de HKS
Redding van Joodse kinderen via de Hervormde Kweekschool
Smokkelroute via de achtertuinen
Smokkelroute via de achtertuinen van de crèche en van de HKS die aan elkaar grensden.
Smokkelroute via de tuinen van de HKS en de crèche
De joodse raad wist te bereiken dat zuigelingen en kinderen onder de 6 jaar uit de Hollandsche Schouwburg
naar de crèchede crèche tegenover de schouwburg mochten,
waar ze ondergebracht werden.
Personeel van de crèche, belast met de verzorging van de kinderen, slaagde
erin registratiekaarten van sommige kinderen te laten vernietigen en deze kinderen weg te smokkelen.
De tuin van de crèche grensde aan de tuin van de HKS. Eén van de smokkelroutes liep via deze tuinen naar
een lokaal van de kweekschool. Van Hulst, de directeur van de HKS raakte steeds meer betrokken
bij de redding van veel Joodse kinderen.
Klik op de mediatabs om zijn verhaal hierover op video te zien...
Van Hulst vertelt...
Het bijbels verhaal over Esther en Mordechai inspireerde hem.
Via de HKS werd het mogelijk om kinderen naar buiten te smokkelen en te laten onderduiken.
Dit ging als volgt te werk: eerst moest men verzekerd zijn van een opvanggezin,
dan moest het kind uit de kaartenbakken van de administraties van de Duitsers 'verdwijnen',
waar Walter Süsskind voor zorgde.
Daarna kon iemand het kind naar buiten smokkelen, waarbij de schooltuin in vele gevallen werd benut.
Koeriersters brachten de kinderen - soms in dozen, boodschappentassen of rugzakken -
verder in veiligheid.
Hoe men te werk ging bij het redden van babies en jonge kinderen..
Egbert Nijeboer, DeBrug-site ontwerper en Frank Hemminga, medeauteur van "Wacht maar; Het veelbewogen leven van Henriëtte Pimentel", geschreven door Esther Shaya en Frank Hemminga. (Amphorabooks)
Voor de uitvoeriger analyse, klik op de situatie tuinen Joodse crèche en HKS
Huidige situatie -2020
Gele stippellijn: Grenslijn HKS-Joodse crèche.
Situatie 1930-1940er jaren
Gele stippellijn: Grenslijn HKS-Joodse crèche.
Ingezoomd op de tegenoverliggende huizen, waar de grens HKS-Crèche ophoudt, is te zien dat de huizen dezelfde zijn op beide foto's. op de oude foto.
Ingezoomd.
Zie huizen
Ingezoomd.
Zie huizen
Dit houdt in dat de scheiding tussen de Joodse crèche en de HKS bekend is. Aangegeven door de gele stippellijn.
Mediatabs: Van Hulst over hoe de hulp begon en hoe het in zijn werk ging.
Uit een onderzoek in 2020, verricht in het kader van het verschijnen van
een boek over Henriëtte Pimentel
, die in WOII de leiding had over de joodse crèche, werd meer bekend over waar de kinderen via de tuinen werden overgedragen naar de HKS,
weggesmokkeld vanuit de crèche.
Klik voor het onderzoek en analyse op
Redding in WOII van kinderen via schutting of heg op de tuinenafscheiding HKS - crèche
De geredde zuigelingen en kinderen werden verder per kinderwagen, met de trein en achterop de fiets door
het land verspreid en opgenomen in pleeggezinnen. Zo zijn honderden kinderen via de tuinen
en door de voordeur van de kweekschool van deportatie gered.
Herinneringen van een gered kind
Liesje Caransa-de Hond, één van de kinderen die uit de crèche via de HKS door het verzet werd weg gesmokkeld.
Liesje was 3 jaar toen ze uit de Hollandsche Schouwburg werd overgebracht naar de crèche. Van daaruit werd zij in een jute zak via de HKS weggesmokkeld naar een onderduikadres. In de mediatabs hieronder vertelt ze op video over haar ervaringen in de Hollandsche Schouwburg, in de crèche en hoe ze via de HKS terecht kwam bij haar onderduikadres. Ze liep een keer weg. Ook werd ze een keer uitgescholden als een 'vies smerig jodenkind'. Liesje geeft tegenwoordig gastlessen op diverse scholen over deze periode.
Klik op de mediatabs om haar herinneringen op video te zien...Liesje Caransa-de Hond woonde bij haar grootouders.
Haar neefje Deddie, die 4 jaar ouder was dan Liesje en dus naar school
ging was ook daar vaak en hij noemde Liesje haar zusje.
In april 1943 werd Liesje en haar moeder, grootouders en Deddie naar d
e Hollandsche Schouwburg gebracht.
Liesje kan zich de dag dat ze daar was nog goed herinneren.
Beangstigend was het voor Liesje dat zij alleen werd overgebracht naar de crèche. Zonder Deddie, want alleen kinderen onder de 6 jaar werden in de crèche opgenomen en hij was ouder.
Liesje weet zich nog te herinneren hoe zij in de crèche speelde en dat haar moeder en grootmoeder een keer langskwamen. Maar ze moest wel in haar bedje blijven en mocht niet naar hen toe om lichamelijk contact te hebben.
Dit was een erg beangstigende ervaring. Liesje weet zich nog goed de geur van die jutezak te herinneren.
Liesje ging naar een onderduikadres in de 1e Jan van der Heijdenstraat bij Nora Koopmans, een goede vrindin van haar moeder.
In de video vertelt zij over deze periode.
Van haar moeder die in kamp Vught verbleef ontving zij kaarten.
Liesje is een keer 'ontsnapt' en is gelopen naar het Afrikaanderplein, waar ze eerder woonde. Verder vertelt ze dat ze op een keer door een jongetje voor 'smerig jodenkind' werd uitgemaakt. Deze ervaring heeft diepe indruk op haar achtergelaten.
De grootouders van Liesje en Deddie met zijn ouders zijn in Sobibor omgekomen.
De vader van Deddie was een broer van Liesje's moeder.
Liesje's moeder heeft de oorlog overleefd.
In 2013 is het naamplaatje van Deddie teruggevonden bij opgravingen in Sobibor.
Het oorspronkelijke naamplaatje blijft in het museum van het vernietigingskamp Sobibor.
Liesje vindt dit goed, dan kan het daar als 'bewijs' dienen voor wat er gebeurd is.
Liesje heeft een replica van het naamplaatje gekregen.
Mediatabs: Liesje Caransa-de Hond vertelt over haar ervaringen.
Verzetstrijdster Gezina van der Molen betrokken
Wat wisten leerlingen?
De eindexamens van 1943 brachten de reddingsacties in een stroomversnelling
Tijdens de eindexamens van de 1943 raakte alles in een stroomversnelling, vooral doordat
dr. Gezina van der Molen, die actief was in het verzet,
gecommitteerde (externe toezichthouder op examens) was bij de HKS examens in 1943.
Zij raakte betrokken bij de reddingsacties via de school, waardoor de hulp grotere vormen aannam. Op de kweekschool werd
alles geheim gehouden.
Maar wat merkten en wisten de leerlingen op de HKS hier in feite van? En waren onder hen ook kinderen van NSB'ers?
Van Hulst over de examens van 1943 en de gecommitteerden die betrokken raakten bij de redding van de joodse kinderen.
Eén der gecommitteerden was
Gezina van der Molen
Zij was actief in het verzet.
Er waren zeker wel leerlingen van de Hervormde Kweekschool,
die wisten dat via hun school van de joodse kinderen weggesmokkeld werden.
Zo kreeg Van Hulst een verzoek van een leerlinge om ook 'een kind van Van Hulst' mee te mogen nemen
De vader van een HKS-leerlinge was 'hoofd der school', maar was een NSB-er. Dit was spannend, maar kennelijk heeft zij niets verraden.
Mediatabs: Versnelling van de hulp in 1943 - Wat wisten de leerlingen?
Herdenkings-plaquette in 1982
Onthulling van de herdenkings-plaquette in 1982
Op 10 december 1982 onthulden W. Polak, de burgemeester van Amsterdam en J.W. van Hulst,
de directeur van de Hervormde Kweekschool ten tijde van de redding van de joodse kinderen,
de plaquette die ontworpen en gemaakt is door Boyd Buter.
Deze is bevestigd op het gebouw aan de Plantage Middenlaan 27.
Tegenwoordig is in het gebouw het Nationaal Holocaustmuseum gevestigd.