Groei en Terugloop - Externe Contacten
Hiernaast het leerlingenverloop 1969-1977 aan de COK. De toename begon in 1965 toen de A-cursus omgezet werd van tweejarig naar driejarig.
|
Het leerlingenaantal nam toe door verlenging van de A-opleiding. Daarnaast werd het beroep populairder, vooral bij meisjes die de MULO, later de MAVO, hadden gedaan. De werkgelegenheid was redelijk goed. Maar medio jaren '70 werd de top bereikt. Daarna nam het leerlingenaantal af, aanvankelijk langzaam, daarna sneller. Oorzaken:
- teruglopende werkgelegenheid
- het op gang komen van de Rijksopleiding voor Kleuterleidsters in Alkmaar (Nassauplein)
- het blijven bestaan van de Bijzondere Neutrale Opleiding in Den Helder.
Nieuwe school
Aan de zwerftochten langs verschillende leslocaties kwam een einde toen op 15 december 1968 een eigen, nieuw schoolgebouw betrokken kon worden, gelegen aan de Van de Veldelaan 920. Hier waren er maar liefst 4 leslokalen, een aula plus een keuken, maar géén gymzaal (daarvoor moest men nog naar de HBS aan de Paardenmarkt).
Hieronder staat een elftal foto's van vóór, tijdens en na de bouw.
Ga met de muis over de foto en klik op de pijltjes.
die sterk verblauwd en vlekkerig zijn!
Sfeer en Identiteit
Trefwoorden: open, tolerant, vertrouwen en ruimte gevend, gezellig met elkaar, trots op de school, wel wat chaotisch. In de tabbladen hieronder stelt oud-COK- (later Ipabo-)-docent Eddy de Wit enkele aspecten aan de orde. Ook komt adjunct en (later) directeur Wim Voor in 't Holt aan het woord.
- Eddy - sollicitatie
- Eddy - Identiteit
- Eddy - sfeer
- Wim - sfeer en kritiek
- Groepsfoto's
- X-sluit
Interview 2010; 1:44 |
Eddy de Wit studeerde in 1965 af van de bisschoppelijke kweekschool in Beverwijk. Hij werkte daarna enkele jaren aan een RK meisjes lagere school in Venhuizen, een (toen nog) door nonnen gedreven school. |
Interview 2010; 1:56 |
Eddy vertelt hier dat in Alkmaar er aanvankelijk nog geen openbare OK-opleiding was. De COK had derhalve leerlingen van allerlei richting, ook 'openbaren'. Die maakten zelfs tot de helft van de leerlingenpopulatie uit. Er werden zelfs apart klassen voor gevormd. |
In dit fragment gaat het over de 'inspraak' op de COK - hier een wat weidse term! De OK was een open, tolerante school, maar qua organisatie 'losjes' - het klopte niet altijd goed. Dit was overigens op vele opleidingen toen het geval. Interview 2010; 1:08 |
Interview 2009; 2:11 |
Wim voor in 't Holt studeerde na het behalen van zijn onderwijzersaktes (Zwolle) aardrijkskunde. Hij kwam in 1966 naar de COK, waar Jan Houkes toen directeur was. Wim kreeg een taakomvang van 28 uren les en de functie van adjunct. In dit fragment vertelt Wim iets over de sfeer op de COK, en hoe hij omging met kritiek op docenten. |
Foto van ca. 1977. Groep leerlingen met op de achterste rij, staande, van links naar rechts:
|
De foto toont enkele docenten en EDOKA-cursisten (1988 of 1989). Er waren nog vijf cursisten die als allerlaatsten van de oude KLOS een bezemklas vormden, en zij kregen zo ongeveer 'privé-les'! Ga met de muis over de gezichten. Niet van allen is de naam bekend.
|
- Hennie Scholten - sollicitatie
- X-sluit
Hennie Kappers-Scholten kwam uit het kleuteronderwijs en werd docente didactiek-methodiek aan de COK te Alkmaar in 1969. In die tijd verliepen 'sollicitaties' anders dan tegenwoordig - het was veel meer bekendheid en bewust zoeken naar de goede mensen. Interview 2014; 0:50 |
Aspecten van onderwijs
In de opleidingsscholen voor kleuterleidsters stonden de docentes didactiek-methodiek centraal. Zij waren het meest bij de opleiding betrokken, waren belast met 'hoe geef je het onderwijs aan kleuters vorm', 'waar let je op', en zij regelden ook de stage. Overige docenten waren meer 'vak'docenten, zoals voor biologie, voor maatschappijleer, en ook voor pedagogiek. Lang niet altijd waren er nauwe, inhoudelijke, contacten met de overige docenten, die ook veel minder bij de stage betrokken waren. Uitzondering daarop was de docent bewegingsonderwijs, Jan Volbeda, die zelf veel stagescholen bezocht en vaak een helder beeld had van de mogelijkheden van de leerlingen.
In onderstaande tabs meer over de opleiding gezien door de ogen van twee docentes didactiek-methodiek, Hennie Scholten (aan de COK verbonden vanaf 1969) en Els Zuidema (vanaf 1971).
- Over didactiek-methodiek
- Over Stagescholen
- Over beoordeling
- X-sluit
Interview 2014; 2:17 |
Achtereenvolgens vertellen Els Zuidema en Hennie Scholten iets over de positie en het belang van het vakgebied didactiek-methodiek. Docenten voor dit vak waren zelf kleuterleidsters (geweest), en hadden door verdere studie, veelal pedagogiek, een hoger niveau verworven. In het fragment is sprake van de 'Stoll', en dit slaat op Juffrouw Stoll, eertijds inspectrice van het kleuteronderwijs in Amsterdam, die een dik boek over didactiek-methodiek had geschreven ('grondig, maar wel een beetje saai'). De docentes brachten hun leerlingen de praktische kanten van het beroep bij, maar trachtten hun tevens de achtergronden bij te brengen. |
Docenten didactiek-methodiek waren ook de spil van de stage. Zij wierven stagescholen, deelden de leerlingen in, gingen op stagebezoek, onderhielden contacten met de (hoofd-)leidsters en organiseerden informatiemiddagen en/of -avonden waarvoor de leidsters uitgenodigd werden. Interview 2014; 2:04 |
Ook bij de diverse vormen van beoordeling waren docenten didactiek-methodiek zeer belangrijk, juist omdat zij de meer praktische kanten van het vak aanleerden, en ook omdat zij de leerlingen in de praktijk zagen. Collega's waren daar minder bij betrokken, behalve gymnastiekdocent Jan Volbeda die ook stagebezoeken deed. Interview 2014; 2:21 |
Moeilijke contacten
Landelijk was de positie van de KLOS-sen aanvankelijk zwak. De meeste hadden geen eigen gebouwen, geen bevoegde leerkrachten - die bovendien vaak parttimers waren. Ze werden materieel en financieel door het Rijk veel minder bedeeld dan kweekscholen. Er was dan ook een sterke behoefte aan contact, uitwisseling en samenwerking. De COK heeft langere tijd contacten gehad met de RK dagopleiding aan de Oude Gracht (de 'Zusters van O.L. Vrouw', van Amersfoort). Er zijn vormen van samenwerking geweest in verschillende vakken, zoals spreken, biologie, pedagogiek. Omdat -volgens Houkes- 'enkele leidende RK-figuren' nauwere samenwerking niet zagen zitten, is deze dan ook op niets uitgelopen.
KLOS : PA was jaren lang 1 : 5
Ook overleg met de RK P.A. 'De Viaan' te Bergenliep dood. Deze opleiding ging later op in de Hogeschool Alkmaar.
Toen kwam er in 1974 een openbare KLOS, ondergebracht bij de Rijks P.A. Alkmaar (Nassauplein). Deze KLOS was een groot succes, met als gevolg dat het aantal leerlingen op de COK eind jaren zeventig dramatisch begon te dalen. Samenwerking met andere instellingen werd zo steeds meer geboden.
Daardoor én door overheidsbeleid, gericht op het samengaan van KLOS en P.A. tot één lerarenopleiding basisonderwijs (binnen het 'Lochemse overleg'), ontstonden er contacten met de PC P.A. 'Da Costa' te Santpoort. Informeel bestonden deze contacten al vanaf 1971 en die werden met de jaren intensiever.
Deze verhouding met de 'Da Costa' is echter altijd gespannen geweest. Er was geen gelijkwaardigheid. Jan Houkes schrijft daarover:
'Het is me gebleken dat er vanaf 1956, het jaar waarin de officiële status van de KLOS-sen een feit werd, een sterk gevoel van minderwaardigheid aanwezig was bij de medewerkers/-sters aan deze nieuwe opleiding, ten aanzien van de toen nog zo genoemde 'kweekschool voor onderwijzers'.
'Men moet niet vergeten dat het tijdperk van 'broekenbindster' veel minder ver in het verleden lag dan die van 'klokkenluider, doodgraver, voorzanger'.'
geleden, tot in 19e eeuw!
Enigszins denigrerende aanduiding
voor een 'bewaarschooljuffrouw'.
In de aanloop tot de integratie met de P.A. waren er zowel van de COK- als van de 'Da Costa'-kant sterke anti-gevoelens. De fusie moest uiteindelijk doorgaan, maar dat ging 'contre-coeur'.