Het kweekschoolonderwijs in de naoorlogse jaren 40 en jaren 50

 

 

Pleidooi voor projectonderwijs

Onderwijsvernieuwing - Projectonderwijs

Na de oorlog kwam er een bezinning over de vormgeving van het onderwijs tot stand.
Op 1 december 1945 nam directeur Van Hulst het initiatief om meer dan 350 leerkrachten uit Amsterdam en omstreken bijeen te roepen om te praten over mogelijke nieuwe onderwijsvormen.


Van der Molen

Ijsbrand van der Molen

Van der Molen Pedagogiekleraar IJsbrand van der Molen had kritiek op het kweekschoolonderwijs


Samen met pedagogiekdocent IJsbrand van der Molen, pleitte hij voor invoering van projectonderwijs. Het onderwijs moest minder theoretisch en meer praktisch van aard te worden. Van der Molen uitte ook kritiek op het onderwijs aan de kweekschool.
In de mediatabs meer over vernieuwing van het onderwijs..


Direct na de oorlog nam de HKS iniatief tot vernieuwing van het christelijk onderwijs.



Van der Molen

IJ van der Molen

Van der Molen Pedagogiekleraar IJ van der Molen


Van der molen in een lezing over de deelnemende onderwijzers...

".. Onder de mensen bevonden zich ook afgestudeerden van dit jaar van onze school. Nauwelijks geschoold moeten zij alweer worden haar school.. Wat moeten wij dan zeggen van hun scholing op de kweekschool? Is er van scholing sprake? Is met andere woorden de kweekschool een vakschool? Laat ons maar zeggen..: de kweekschool moet een vakschool wezen. Maar ze is het niet ".


Van Hulst vertelt over invoering van projectonderwijs.


Van Hulst

Van Hulst

Van Hulst Johan van Hulst

Mediatab: Van Hulst en Van der Molen propageerden vernieuwing van het onderwijs



Geduld aub....

... nog niet alle video's en foto's op deze pagina zijn geladen




Invloed van:

  • Kohnstamm

  • Waterink

Het pedagogisch klimaat in protestants Nederland - Onderwijsvisies op de HKS


PAKohnstamm

Kohnstamm

PAKohnstamm Pedagoog Prof. Kohnstamm


Waterink

Waterink

Waterink Pedagoog Prof. Waterink

Twee verschillende pedagogische visies binnen protestants Nederland
Na de oorlog werd in protestantse kring het onderwijsklimaat bepaald door twee pedagogen: dr. Ph.Kohnstamm en dr. J.Waterink. Prof. Kohnstamm had een personalistische opvatting. Hij was lid van de hervormde kerk en hoogleraar pedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam. Prof. Waterink vond dat het bij het opvoeden gaat over overbrenging van vaste onveranderlijke normen, die boventijdelijk en bovenpersoonlijk zijn. Hij was lid van de gereformeerde kerk en hoogleraar pedagogiek aan de Vrije Universiteit.

Ontwikkelingen binnen de pedagogie - HKS uitgave 'Leerplan voor Scholen met den Bijbel'
Op de HKS werden de bovenstaande twee zienswijzen weerspiegeld in Van der Molen, die afstudeerde bij prof. Kohnstamm en door Van Hulst, die afstudeerde bij prof. Waterink, die hij overigens later zou opvolgen als hoogleraar pedagogiek aan de Vrije Universiteit.
Pedagogiek als wetenschap werd langzamerhand meer empirisch van aard, maar bleef wel gebaseerd op het christelijk geloof.



Van Hulst over het pedagogisch klimaat
De pedagogen waren zeer gelovige mensen.

Toch kwam wel naderhand het idee van 'pedagogie als empirische wetenschap' naar voren.

Volgens de invloedrijke pedagoog Martinus Langeveld moet het vak pedagogie niet op religie gebaseerd worden, maar moet het empirisch van aard zijn.




 

Van Hulst over Van der Molen, die pedagogiek, biologie en geschiedenis gaf.

Er waren in de HKS in feite twee kampen: voor of tegen Van der Molen.

Van Hulst en Van der Milen hebben wel samen een "Leerplan voor Scholen met den Bijbel" geschreven.

Mediatabs: Van Hulst over het pedagogisch klimaat - Op HKS leerlingen in twee kampen verdeeld





Kweekschoolwet
van 1952

De kweekschoolwet van Rutten in 1952

Tot 1952 viel de kweekschool onder de wetten voor het lagere onderwijs. Met de nieuwe wet van Rutten viel zij voortaan onder het voortgezet onderwijs. De wet betekende een zeer grondige wijziging van het onderwijssysteem van de kweekschool. De leerjaren van de kweekschool werden vervangen door zogenaamde leerkringen. Er waren er drie: de eerste, de tweede en de derde leerkring. Afgestudeerden van hogere en middelbare scholen, zoals van het gymnasium en de h.b.s konden instromen in de tweede leerkring. Leerlingen van de m.u.l.o - 'meer uitgebreid lager onderwijs', waar veel kinderen vanuit midden- en lagere klasse zaten, kwamen in de eerste leerkring. De eerste leerkring was een voorbereidend jaar om opgedane kennis in de vooropleiding te vergroten.
Voor uitgebreide beschrijving van de leerkringen, zie de mediatabs hieronder.

Kweekschool betekende emancipatie van de midden- en lagere klasse
Doordat kinderen van lagere klassen na de mulo naar de kweekschool konden werd de kweekschool wel de "universiteit van de kleine luyden' genoemd.
Voor meer informatie open de mediatab 'Van Hulst over de wet'.



Van Hulst staat heel positief over de kweekschoolwet en de ingevoerde leerkringen.
De wet was van grote betekenis voor de emancipatie van de midden- en lagere klassen.

Voor meer informatie over de betaalbare kweekschool en haar emancipatoir karakter met verhalen van oud-leerlingen uit de jaren 50,
klik op Identiteit en sociale mileu.
.


Eerste leerkring

In deze leerkring ging het om kennis van alle vakken die ook op de mulo - een toenmalige vorm van vervolgonderwijs op het lager onderwijs en van waaruit vele kwekelingen kwamen - werden gegeven, aangevuld met muziek, handenarbeid en handwerken.
Het ging hierbij nog niet over didaktiek. En er was geen sprake van praktische vorming in leerscholen.




Tweede en derde leerkingen

Hierin ging het om pedagogisch-didactische vorming voor de lagere school vakken plus de mogelijkheid om kennishiaten van die vakken op te vullen. Een nieuw vak 'cultureel maatschappelijke vorming' werd ingevoerd,afgekort met CUMA of CMV

In de 2e en 3e leerkring was er ook praktische vorming.
In de derde leerkring werd er ook 'gehospiteerd'. Dit hield in dat men naast lagere scholen ook buitengewoon of voortgezet onderwijs bezocht. Leerlingen gingen daarbij de schoolorganisatie, leerplannen e.d. bestuderen.
Hospitanten waren wel al bevoegd tot het geven van lessen op een lagere school.


Mediatabs: Kweekschoolwet: de kweekschool en emancipatie - De drie leerkringen van de kweekschool





Opleidingsonderwijs
na 1952


Kloof theorie - praktijk



Scripties

Het opleidingsonderwijs in de jaren 50 na invoering van de nieuwe kweekschoolwet

De functie van vakdocent werd gewijzigd in vakdidacticus
In de wet werd bepaald dat iedere vakdocent ook betrokken is bij de praktische vorming van de leerlingen. Vóór de invoering van de kweekschoolwet van 1952 was het geven van didactiek de exclusieve taak van de docenten opvoedkunde. De vakdocent behoorde nu echter ook didactiek te geven.
Maar in zijn vooropleiding - MO-B of universiteit - werd nauwelijks aandacht gegeven aan vakdidactiek en zeker niet die gericht was op het lagere schoolonderwijs.
De kloof tussen vaktheorie en schoolpraktijk, die al bestond vanaf het begin van de kweekschool, bleef hierdoor in feite ook na 1952 bestaan. Aan vakdidactiek werd nauwelijks aandacht besteed door vakdocenten.

Werkstukken - scriptierage
In de wet werd vastgelegd dat leerlingen in het examenjaar een aantal verplichte werkstukken moesten maken. Maar al gauw werd in alle jaren allerlei werkstukken en scripties van de leerlingen geëist. Het was niet vreemd dat een leerling in de vijf jaren van zijn opleiding alles bij elkaar genomen zo'n 60 werkstukjes had ingeleverd. Het maken van scripties werd een 'rage'.
Men kwam toen al snel tot de conclusie dat grote veelheid kwaliteit in de weg stond. Er werd veel geschrapt, maar wettelijk verplichte werkstukken van het laatste jaar bleven.



Werk- en bezinningsweken

Werk- en bezinningsweken


Examengroep1960

Examengroep van 1960 op werkweek

Examengroep1960 Examengroep van 1960 op werkweek

Werkweken werden door docenten georganiseerd in een jeugdherberg of een buitencentrum.
Zo ging men in 1946 naar 'Zonnehove' te Blaricum. Er werden excursies gehouden naar de radiostudio's en wandelingen op de heide gemaakt. De laatste avond van de week was de 'bonte avond'.
In 1951 was er een werkweek in 'Alteveer', Arnhem. Met excursies naar een steenfabriek, een burcht en oude kerken.

Naast werkweken waren er ook bezinningsweken, die in het vormingscentrum 'De Horst' van 'Kerk en Wereld' werden gehouden.



Spoedcursussen

Spoedcursussen voor vermindering leerkrachtentekort


Spoedcursusgroep

Spoedcursusgroep

Spoedcursusgroep Spoedcursus groep - zomer 1954

Leerkrachtentekort
Na de oorlog was er een tekort aan leerkrachten in het lager onderwijs.

Verkorte opleiding
Hierdoor werden 'spoedcurssen' georganiseerd om meer leerkrachten op te leiden. Zo was  op de HKS een spoedcursus te volgen voor mensen met een diploma vijfjarige H.B.S (Hogere Burgerschool), gymnasium of M.M.S.(Middelbare Meisjesschool).