Over identiteit van katholiek onderwijs
In de tweede helft van de 19e eeuw organiseerden de katholieken zich steeds meer en isoleerden zich van de overige bevolkingsgroepen. Geheel volgens het adagium van Abraham Kuyper: "In de isolatie ligt onze kracht".
De Kerk beheerste het geloof en daarmee een groot deel van het leven, van geboorte (sacrament van het Doopsel) tot sterven (sacrament van het H. Oliesel). De Kerk was (en is) sterk hiërarchisch georganiseerd. De katholiek geloofde en deed wat de Kerk zei dan wel voorschreef, ofschoon daar ook wel flink de hand mee werd gelicht. De Kerk regelde verder veel in het alledaagse leven: zo was er altijd wel een kapelaan of pastoor die sportclubs (mede) organiseerde. Zo was er een duidelijke individuele én groepsidentiteit. Deze werd ook uitgedragen middels publiekelijk gevierde kerkelijke feestdagen, door processies, door grote manifestaties. Die hadden voornamelijk plaats in het traditioneel katholiek zuidelijk landsdeel.
- Geloofsinhouden
- Jan Engelen over de traditionele Kerk
- X-sluiten
Ofschoon het volstrekt onmogelijk is hier alle geloofsinhouden samen te vatten, toch noemen we hier enkele belangrijke delen:
|
De Eucharistieviering wordt beschouwd als hoogtepunt van het geloof. In dit YouTube filmpje verklaart Bisschop Bär het wezen van de 'eucharistie'. Klik om het filmpje te zien. |
Interview 2008; 1:22 (audio) |
Jan Engelen was catecheet aan 'De Voorzienigheid', 'Magister Vocat' en aan de KPA en de Ipabo. Jan heeft op zijn manier altijd grote belangstelling gehad voor kunst en cultuur. Na zijn pensioen (2007) kwam hij in aanraking met De Nederlandse Opera (DNO) die figuranten zocht voor de opera Carmen. Jan deed mee: 'Het is toch interessant om achter het doek te kijken. Hoe maak je zo iets?' Van het een kwam het ander. Hier zien we Jan als 'Dominicaan' in Il Prigoniero, een zeer moderne Opera. Wanneer DNO grote aantallen figuranten (monniken, edelen, soldaten) nodig heeft, doet Jan graag mee. |
Katholiek onderwijs in de Verzuiling
Met de encycliek 'Divini Illius Magistri' (1929) kreeg het katholiek onderwijs een 'granieten fundament'. De Kerk beschouwde de school als de plaats waar de godsdienstige opvoeding mede gestalte kreeg. Daar hoorde bij: het leren van de geloofswaarheden, de voorbereiding op de eerste biecht, de eerste communie, de schoolmis enzovoort.
Al in 1923 stelden de bisschoppen het verzorgen van een half uur godsdienstonderwijs per dag verplicht. Een priester gaf dan eens per week in de school catechismusles, waarbij de leerkracht aanwezig moest zijn (meestal waren de paters geen geweldige didactici!). De onderwijzer kon dan in de overige lessen daarop inhaken.
Vanaf 1923 werd dan ook de eis gesteld dat onderwijsgevenden, om te kunnen worden benoemd aan een katholieke school, in het bezit moesten zijn van het Godsdienstdiploma A. Voor hoofden van scholen was een Godsdienstdiploma B zeer gewenst. Later werden dit diploma's horend bij de diploma's 'onvolledig' en 'volledig bevoegd onderwijzer'.
Centraal in de godsdienstles stond de catechismus. Daarvan zijn er verschillende uitgaven geweest. Het kwam neer op 'papegaaienwerk': honderden vragen en antwoorden van buiten leren en foutloos reproduceren. Vragen waarvan de kinderen slechts weinig begrepen. Pas later ging men over naar meer verhalende vormen en probeerde men de catechese meer als één samenhangend geheel te maken tezamen met geloofsleer, Bijbel- en andere verhalen, en gekoppeld aan eigen ervaringen. Daarbij was het van groot belang dat het hele onderwijs katholiek doordesemd was. Slechts zo kon een kind opgroeien tot een goed katholiek en (dus!) een goed burger.
- Herman T over 'katholiek nest'
- Kees van I over biechten
- Theo D over les
- RK Fysica
- X-sluiten
Interview 2007; 1:38 |
Herman Tervoort vertelt hier iets over 'het katholieke nest', de zuil waarin je geboren werd, opgroeide en ging werken. Herman groeide op in de jaren veertig en vijftig. De katholieke (lagere) school volgde het Kerkelijk Jaar, met perioden als Advent en Vasten, vieringen als Kerstmis en Pasen, Hemelvaart enzovoorts. De boeken waren geautoriseerd met het bekende 'Nihil Obstat' - in feite een vorm van katholieke censuur. |
Interview 2010; 2:28 |
Eén van de taken van de katholieke lagere school was de kinderen regelmatig te doen biechten. Kees van Iersel vertelt hier over zijn ervaringen als pas beginnend onderwijzer aan een rk-school. Het was zijn taak om de kinderen te begeleiden naar de kerk, waar zij moesten biechten, en Kees toezicht moest houden. In de jaren vijftig was de Katholieke Kerk nog zeer hiërarchisch: de pastoor had veel te vertellen in het schoolbestuur en menig schoolhoofd was daar beducht voor. |
Interview 2008; 1:27 (audio) |
Theo Diderich was leerling aan de Jongensafdeling van 'De Voorzienigheid' van 1951-1955. In dit geluidsfragment vertelt hij wat hij nog weet van de godsdienstlessen. Bijna niets meer - maar toch heeft hij zijn diploma! |
Ga met de muis over de afbeelding. |
Een natuurkundeboekje - voor katholieke lagere scholen. Geplaatst in de tijd: het niveau is hoog voor een lagere school! Didactisch is het echter achterhaald, gezien het voornamelijk verhalende karakter. "Bewonderen wij hier weer de wijsheid en almacht van den goeden God, Die op deze wijze zorgt voor een standvastige samenstelling van de dampkringlucht!" En bij de les over de kringloop van water: "Moeten we Gods almacht en wijsheid niet bewonderen, Die alles zoo doelmatig inrichtte ten gerieve van den mensch?" |
Vervaging
De katholieke identiteit begon te vervagen vanaf de jaren zestig. De overheersende positie van de Kerk werd aangetast. Tradities pasten niet meer bij de moderne maatschappij.
De Kerk probeerde zich -enigszins!- aan te passen. Het grote Concilie Vaticanum II (bijeengeroepen door Paus Johannes XXIII, (links) was daarvoor bedoeld. De Kerk moest meer transparant worden, meer 'bij de tijd' (aggiornamento). Maar hoewel modern verpakt, de geloofswaarheden bleven hetzelfde. |
Vaticanum II: duizenden prelaten. Vanwege de transparantie
ook vele waarnemers van andere kerken.
- Beelden van Vaticanum II
- X-sluit
Hiernaast enkele oorspronkelijke journaalfragmenten van Vaticanum II. Deze beelden zijn ontleend aan een uitzending uit een serie van Omroep RKK over het Concilie, daterend uit 2012: 'Liturgie: hart van de Kerk'. Het commentaar vat treffend samen de belangrijkste aanleidingen tot het houden van het Concilie alsmede enkele belangrijke resultaten ervan. Video 1:00 |
Er hadden moderniseringen plaats, zoals het opdragen van de mis in de volkstaal, het plaatsen van het altaar dichter bij het kerkvolk, de priester met het gezicht naar de gelovigen, het houden van beatmissen, het organiseren van gespreksgroepen. God was niet alleen in de kerk, maar ook in de wereld. En de Kerk zette zich meer open: 'ook in andere godsdiensten zijn Zaden van Waarheid te vinden'.
Het godsdienstonderwijs werd aangepast, veel meer gebaseerd op de Bijbelse verhalen en hun betekenis vroeger en nu, minder belerend, meer uitgaand van de eigen ervaringen en ontwikkeling, de eigen zingeving. Sommige leken trachtten van binnenuit de Kerk te veranderen en spraken de hiërarchie aan (bv de 8-mei Beweging).
Het was zeker niet zo dat alle veranderingen 'van beneden' kwamen. Juist structurele aanpassingen kwamen juist 'van boven'. Voortvloeiend uit Vaticanum II ondernamen de Nederlandse bisschoppen onder aanvoering van kardinaal Alfrink activiteiten tot aanpassing van de Nederlandse kerkprovincie. Dat gebeurde onder meer via het Pastoraal Concilie (1963-1972). Niet alle gelovigen volgden deze 'nieuwlichterij': het was 'hún' kerk niet langer. Met name de ouderen hadden het er moeilijk mee.
Na de turbulente jaren zestig en zeventig is de Kerk een restauratieve koers gaan varen, met een strengere handhaving van de kerkelijke richtlijnen. Meer conservatieve bisschoppen en pastores werden benoemd. Het effect ervan was een nog grotere uittocht van katholieken, waarbij de achterblijvers vooral de ouderen waren. De recent aan het licht gekomen schandalen hebben er ook geen goed aan gedaan.
"Let wel op mijn woorden, maar niet op mijn daden".
|
Opvallend is het grote aantal bezoekers van 'traditionele' roomse missen, zoals elke zondagochtend in de St Nicolaaskerk Amsterdam (links) en de Latijnse mis in de 'Krijtberg'. Kennelijk blijven mystiek en rituelen boeien. Gerard van het Reve, bekeerd tot het katholicisme, schreef ooit over de maagdelijkheid van Maria: 'Natuurlijk kan het niet, maar gelukkig is het zo!'. |
De vervagende katholieke school
Vanaf de jaren zestig gaat men zich steeds meer afvragen: wat maakt de katholieke school nu eigenlijk katholiek - en wat is dat precies? De vanzelfsprekendheid verdween.
- Magister Vocat
- Verwateren en Verschieten
- X-sluiten
In de jaren vijftig had Magister Vocat geen studiegids. De doelstelling van de school stond nergens echt opgeschreven, maar was toch wel duidelijk: de opleiding van een goede, katholieke onderwijzer voor de katholieke lagere school. 'Doelstelling: De student leiden tot een verheldering van zijn geloofsvisie; het ontdekken van een eigen geloofsidentiteit om van daaruit te komen tot een oprechte geloofsoverdracht op de katholieke basisschool.' Toch had de school verder een heel heldere identiteit. Deze lag echter veel meer bij het onderwijs en het sociale: men herkende zich in de schoolgemeenschap. |
Het is boeiend te lezen wat -in naam- katholieke scholen schrijven over hun identiteit. Zie bijvoorbeeld een basisschool in Bovenkarspel; en de Katholieke Pabo Zwolle (KPZ).