Fusieland
Na de start van de KPA in 1984 werd snel duidelijk dat de school niet zelfstandig kon blijven voortbestaan. Het aantal studenten was daarvoor veel te laag. In de KPA-jaren werden dan ook de mogelijkheden tot verdere fusie op alle mogelijke manieren onderzocht. Na heel veel gedoe ontstaat in 1987 de Hogeschool Ipabo.
De weg naar de Ipabo wordt hier in enkele hoofdpunten beschreven. Meer informatie vind je op de Ipabo-site.
Mogelijkheden, Belemmeringen en Belangen
Fusieland was mistig en bezaaid met mijnen. Tal van kronkelpaden werden tastend begaan door vele belanghebbenden: individuen en organisaties. Zij hadden zo hun eigen opvattingen en belangen. Soms deelden ze die, vaak ook niet. Blokkades werden opgeworpen, door henzelf en door externe organisaties. Partijen waren nogal eens verschillend van omvang: individuen tegen groepen, kleine pabo's tegen grote hogescholen. Sommigen raakten de weg kwijt, anderen maakten onnavolgbare bewegingen. Zelfs nu het stof is opgetrokken, biedt terugkijken geen helder beeld. Zij die het meemaakten, vertellen vergelijkbare verhalen, maar die zijn veelal anders getint.
|
In Amsterdam waren medio jaren tachtig nog drie pabo's over die elk te klein waren om zelfstandig te overleven: de KPA, de PC Pabo Amsterdam ('VRA', links, ga met muis over de foto), en de Gemeentelijke Pabo ('Bouman-academie'). Konden deze drie niet samengaan?
Over zo'n 'Amsterdamse Pabo' werd enige tijd gesproken. |
Te naamstelling van de VRA (1985) - Jan van Eijckstraat 47.
- John Verhallen
- Kees van Iersel
- X - sluiten
Interview 2009; 2:07 |
In deze video vertelt John Verhallen, eerste adjunct van de KPA, dat naar zijn mening de drie Amsterdamse pabo's, die elk op zich te klein waren, samen zouden moeten gaan tot één grote, krachtige Pabo. Helaas zei de VRA 'nee' tegen dit plan, daartoe aangezet door de PC Besturenraad. Deze vreesde voor het verloren gaan van het protestant-christelijke karakter van de lerarenopleiding basisonderwijs en zag meer heil in een samengaan van de VRA met de Hogeschool Holland in Diemen. Bovendien moest de kleine PC Pabo Alkmaar ('Da Costa') ergens ondergebracht worden en vond men het voortbestaan van een PC Pabo in de 'Noordkop' belangrijk. |
Kees van Iersel was in de KPA-tijd een van de adjuncten en docent Nederlands. Hij was van mening dat het samengaan van de drie kleine bestaande Pabo's tot één Amsterdamse Pabo een onhaalbare kaart was, juist omdat het bestuur van de VRA daar tegen was. Kees zag meer in een samengaan van de KPA en de VRA met de schoolbegeleidingsdienst waarbij naar zijn mening een stevig, hecht onderwijsbolwerk in Amsterdam zou zijn ontstaan. Interview 2010, 0:57 |
Vele voorstellen en ideeën
Gedacht en onderzocht werden nog veel meer mogelijkheden. Zoals:
- Een samengaan met de Hogeschool Holland in Diemen (nu de Hogeschool Inholland), een zeer serieus overwogen mogelijkheid die tot in 1988 opengehouden werd. In deze zogenaamde 'HoHo' was de vroegere 'Nieuwe Leraren Opleiding' van de 'Vrije Leergangen' ondergebracht.
- De VRA heeft enige tijd overwogen alléén samen te gaan met de Hogeschool Holland.
- Een samengaan met andere instituten dan alleen pabo's zoals de 'Gijsbregt Academie' (de opleiding HBO-Verpleegkunde, later opgegaan in de HvA, de Hogeschool van Amsterdam) en 'Contardo Ferrini' (Heao-opleiding, opgegaan in de Hogeschool Holland).
Ipabo
In de loop van 1986 wordt duidelijk dat het samengaan met de Hogeschool Holland vertraagd wordt en mogelijk zelfs geen doorgang zal vinden. In plaats daarvan wordt een fusie van de drie betrokken pabo's (KPA, VRA, DaCosta) steeds waarschijnlijker. Zij hadden al eerder samengewerkt, zoals bij cursussen voor buitenlanders.
Er komen commissies die het samengaan onderzoeken en, later, voorbereiden. Zo komt er een gebouwencommissie om te bezien welke locatie het meest geschikt is. Ook wordt gewerkt aan één lijst van personeelsleden met gegevens als geboortedatum, bevoegdheid en anciënniteit.
Uiteindelijk wordt besloten tot een bestuurlijke fusie in januari of februari 1987 en een institutionele fusie op 1 augustus 1987. Men houdt vooralsnog de mogelijkheid open om in een later stadium alsnog te fuseren met de HoHo. Zo ontstaat in 1987 de InterConfessionele Pabo Amsterdam, afgekort tot eerst ICPabo, later tot Ipabo. Voorzitter van het nieuwe bestuur wordt de heer Koetsier.
Personeelsproblemen
De voorgenomen Ipabo zou dan wat studentenaantallen betreft de drempel van 250 wel halen, maar zou toch een kleine school zijn met een (veel) te groot docentenbestand. Dat was onhoudbaar. In de eerste helft van 1987 is dan ook gewerkt aan een lijst van personeel dat zou kunnen blijven (de 'streefformatie') waarbij een (grotere) lijst ontstond van personeel dat zou moeten verdwijnen (de 'boventalligen'). Bij het samenstellen van deze lijsten is intensief overlegd met de vakbonden in het zogenaamde 'IGO-overleg' (Instituuts Georganiseerd Overleg). De hierbij gevolgde systematiek werd het 'rits-model' genoemd, waarbij volgens tevoren afgesproken regels de personeelsbestanden van de drie betrokken pabo's werden samengevoegd in verhouding tot hun omvang. Het ritsmodel leidde tot veel ontsteltenis (zie de pagina Sfeer en Onderwijs).
Overigens was boventalligheid van onderwijzend en niet-onderwijzend personeel schering en inslag bij de vele fusies in heel Nederland. De overheid voorzag in een algemeen sociaal plan, bekend als het Sociaal Beleids Kader, het SBK. Hierin waren rechten en plichten van met name boventalligen nauwkeurig omschreven.